Baudouin de Constantinople

facebook twitter

Toegevoegd op 29 november 2010 door Negenmanneke

Baudouin de Constantinople

Afbeelding toegevoegd door Negenmanneke

Negenmanneke | Baudouin de Constantinople | 0 Negenmanneke | Baudouin de Constantinople | 0 Negenmanneke | Baudouin de Constantinople | 0 Negenmanneke | Baudouin de Constantinople | 0 Negenmanneke | Baudouin de Constantinople | 0 Negenmanneke | Baudouin de Constantinople | 0 Negenmanneke | Baudouin de Constantinople | 0 monlouis | Baudouin de Constantinople | 0 monlouis | Baudouin de Constantinople | 0 monlouis | Baudouin de Constantinople | 0 monlouis | Baudouin de Constantinople | 0 monlouis | Baudouin de Constantinople | 0
Kunstenaar:
Jean-Joseph Jaquet
Opschrift:
Op een geëmailleerde plaat op het grasperk voor het standbeeld ( in het Frans, Nederlands en Engels):
Dit ruiterstandbeeld dat te danken is aan de architect Vincent en aan de beeldhouwer Jacquet werd in 1868 opgericht ter ere van de Graaf van Henegouwen Boudewijn VI, in Vlaanderen gekend als Boudewijn IX. Vroeger stond dit monument op de Place de Flandre (de Vlaanderenplaats), waarvan de naam nog terugwijst naar de unie van Henegouwen en Vlaanderen onder één enkele prinsenfamilie van de XI de tot de XIII de eeuw.
Plaatsbeschrijving:
Mons - avenue Baudouin de Costantinople 16
Informatie toegevoegd door Negenmanneke :
29 november 2010
Hij was de oudste zoon van graaf Boudewijn van Henegouwen en van Margaretha van de Elzas, zus en erfgename van Filips van de Elzas, graaf van Vlaanderen. Hij trouwde in 1186 met Maria, dochter van Hendrik I van Champagne. Bij de dood van zijn moeder (15 november 1194) werd hij graaf van Vlaanderen en na het overlijden van zijn vader (17 december 1195) erfde hij ook het graafschap Henegouwen. Aldus waren beide graafschappen weer voor het eerst verenigd sinds Robrecht I de Fries zijn voorganger Arnulf III van Vlaanderen had verslagen. De eerste jaren van zijn bewind verliepen in een aanhoudende strijd met zijn leenheer, de Franse koning Filips II August, die enkele jaren voordien (1191) de hand had gelegd op het zuidelijke deel van Vlaanderen (Artesië). Boudewijn zocht vooral steun bij de Rooms-Duitse Hendrik VI en de Engelse koning Richard Leeuwenhart. Bij de Vrede van Péronne (1190) werd Filips II August verplicht een deel van Zuid-Vlaanderen te restitueren. Nog in hetzelfde jaar legden Boudewijn en zijn echtgenote in de St.-Donatuskerk te Brugge de kruisvaartgelofte af: zodoende verliet hij op 14 april 1202 zijn graafschap om zich aan te sluiten bij de Vierde Kruistocht (1202-1204), die onder impuls van Venetië niet het Heilige Land, maar Constantinopel als doel had. Tijdens zijn afwezigheid nam zijn echtgenote Maria van Champagne het regentschap in Vlaanderen en Henegouwen waar. Nadat de kruisvaarders Constantinopel innamen en de legitieme keizer Alexios V verdreven hadden, werd Boudewijn op 9 mei 1204  tot eerste Latijnse keizer van Constantinopel uitgeroepen en op 16 mei in de Hagia Sophia gekroond. Met paus Innocentius III spande hij samen om een eind te maken aan het Grot Schisma. Veel kon Boudewijn als keizer niet realiseren, want reeds in april van het volgende jaar viel hij in handen van de Bulgaarse tsaar Kalojan. Sindsdien werd nooit meer een spoor van hem teruggevonden, zodat de graafschappen Vlaanderen en Henegouwen in handen kwamen van zijn minderjarige dochter Johanna. Zijn vrouw, die hem was achterna gereisd, overleed onderweg te Akko (voorjaar 1204). In Constantinopel werd hij opgevolgd door zijn broer Hendrik. Volgens de lokale folklore in Veliko Tarnovo, hoofdstad van het Tweede Bulgaarse Koninkrijk, werd Boudewijn gevangengezet in een toren in de muur van de vesting Tsarevets. Dit torentje is nog altijd (in herstelde staat) te zien en wordt lokaal Boudewijns Toren genoemd. Alberik van Troisfontaines verhaalt voorts dat Boudewijn de avances van een Bulgaarse koningin afsloeg, die hem prompt van poging tot verkrachting beschuldigde en hem liet executeren. De Bulgaarse vorst Joannitsa zou opdracht hebben gegeven Boudewijns lichaam in stukken te hakken en aan de honden te voederen. De honden zouden echter geweigerd hebben zijn lichaam te eten. Twintig jaar later verscheen er in Vlaanderen een kluizenaar ten tonele die beweerde de verloren gewaande Boudewijn te zijn. Deze Valse Boudewijn (waarschijnlijk ene Bertrand van Rais) slaagde erin enige volgelingen om zich heen te verzamelen, maar werd uiteindelijk ontmaskerd en in 1225 als bedrieger terechtgesteld.                                                                                                Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Boudewijn I van Constantinopel