graaf Ferdinand de Meeûs

facebook twitter

Toegevoegd op 20 januari 2011 door monlouis

graaf Ferdinand de Meeûs

Afbeelding toegevoegd door monlouis

monlouis | graaf Ferdinand de Meeûs | 0 monlouis | graaf Ferdinand de Meeûs | 0 monlouis | graaf Ferdinand de Meeûs | 0 monlouis | graaf Ferdinand de Meeûs | 0 monlouis | graaf Ferdinand de Meeûs | 0
Opschrift:
Graaf Ferdinand de Meeûs 1798 - 1861
Erezuil opgericht naar aanleiding van het duizendjarige gedenkfeest van de stad Brussel 1979
ter nagedachtenis van graaf Ferdinand de Meeûs
stichter van de société civile pour l' agrandissement et l' embellissement de la ville de Bruxelles
1837 en van de Leopoldswijk
lid van het nationaal congres 1830 - 1831
lid van de kamer van volksvertegenwoordigers 1832 - 1845
gouverneur van de Generale Maatschappij ter bevordering van de volksvlijt 1830 - 1861
Plaatsbeschrijving:
Elsene - de Meeûssquare
Informatie toegevoegd door monlouis :
20 januari 2011
Borstbeeld is van Willem Geefs. Ferdinand Meeûs (Brussel, 30 mei 1798 - 5 april 1861), vanaf 1836 graaf Ferdinand de Meeûs, was een Belgisch bankier, financier, volksvertegenwoordiger en lid van het Belgisch Nationaal Congres. De familie Meeûs, meer bepaald Henri-Adrien Meeûs, was al betrokken bij de Société Générale onder Willem I en Ferdinand trad na zijn studies onmiddellijk in het bankwezen. In de volgende jaren knoopte hij goede relaties aan met onder meer Rothschild in Londen en Frankfurt, met Laffitte, Mallet en Rougemont in Parijs. Toen de revolutie in 1830 losbrak, werd Meeûs verdacht (ten onrechte naar bleek) op de revolutionairen te hebben laten schieten vanuit zijn stapelplaatsen aan de Schaarbeekse poort. Het waren de regeringstroepen van Willem I die deze gebouwen hadden ingepalmd. Meeûs en zijn familie waren uit Brussel gevlucht. Zijn woning en deze stapelplaatsen, met grote hoeveelheden goederen, werden geplunderd en gingen in de vlammen op. Liever dan grote schadevergoedingen te eisen van het Voorlopig Bewind achtten Meeûs, zijn schoonvader Henri Meeûs (één van de belangrijkste aandeelhouders van de 'Generale') en zijn schoonbroer Pierre-Joseph Meeûs-Van der Maelen (1793-1873) dat het behendiger was dit niet te doen, maar het gouverneurschap van die belangrijke instelling op te eisen. Wat dan ook gebeurde. Meeûs was pas 32 toen hij op 12 oktober 1830 door het Voorlopig Bewind aan het hoofd van de kredietinstelling werd gesteld. Ferdinand Meeûs was onmiddellijk in goede termen met de nieuwe machthebbers. Hij werd kolonel van de Brusselse Garde Bourgeoise, en werd lid van het Comité de Sûreté en van het Comité des Finances bij het Voorlopig Bewind. Tegelijk werd hij ook verkozen tot lid van het Nationaal Congres. Nadien zetelde hij ook nog als gemeenteraadslid van Brussel tot in 1840 en als volksvertegenwoordiger van 1831 tot 1845.
De Algemene Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van de Volksvlijt of Société Générale was in 1822 opgericht door Willem I. De scheiding der Nederlanden confronteerde de dynamische maatschappij met enorme problemen, die haar ondergang hadden kunnen betekenen, ook al omdat dit geesteskind van de Hollandse koning op weinig sympathie kon rekenen bij de nieuwe machthebbers. De jonge Meeûs verrichtte echter wonderen: zijn scherpe geest en kennis van de financiële wereld, gekoppeld aan zijn internationale bankcontacten maakten dat hij spoedig kon afrekenen met het scepticisme van zijn eigen bestuurders en met de argwaan van de politici en van de zakenwereld. Niet alleen kon hij de bank werkbaar en kredietwaardig houden, maar ook slaagde hij erin Rothschild in Parijs ertoe te brengen een grote lening toe te staan aan het nieuwe België. Binnen de Algemene Maatschappij werd hij geholpen door het feit dat Willem I zich pas in 1839 bij de nieuwe toestand zou neerleggen. Het zou nog tot in 1842 duren eer de scheiding binnen de vennootschap een feit was. Ondertussen had ze alle transacties en betwistingen kunnen uitstellen en de aanwezige financiële middelen maximaal kunnen benutten en doen renderen. (bron : wikipedia)