Joost van den Vondel

facebook twitter

Toegevoegd op 5 juni 2011 door monlouis

Joost van den Vondel

Afbeelding toegevoegd door monlouis

monlouis | Joost van den Vondel | 0 monlouis | Joost van den Vondel | 0
Kunstenaar:
niet gekend
Opschrift:
Joost van den Vondel
1588 - 1679
Plaatsbeschrijving:
Brussel - Lakensestraat (op gevel K.V.S.)
Informatie toegevoegd door monlouis :
5 juni 2011
Joost van den Vondel (Keulen, 17 november 1587 – Amsterdam, 5 februari 1679) was een Nederlands dichter en toneelschrijver.
Van den Vondel werd geboren in Keulen. Zijn ouders waren doopsgezind en waren in 1585 de stad Antwerpen ontvlucht. In 1597 vestigden zij zich in Amsterdam. In 1610 trouwde Joost van den Vondel met Mayke de Wolff (Keulen, 1586 - Amsterdam, 15 februari 1635). Hij verdiende zijn brood met zijn kousenhandel in de Warmoesstraat. Zijden kousen kostten in die jaren zestien gulden in de winkel, die hij van zijn vader overgenomen had. Drie van zijn vijf kinderen, onder andere Constantijntje, zalig kijntje (1632-1632) en Saartje, de vreught van de buurt (1625-1633) overleden jong. Van den Vondel werd lid van de Brabantse rederijkerskamer "Het Wit Lavendel". In 1613 begon hij Latijn te leren om Seneca te kunnen lezen, en later leerde hij Grieks om zijn toneelstuk Palamedes oft vermoorde onnooselheit te kunnen schrijven. De controverse rond Johan van Oldenbarnevelt en prins Maurits was de aanleiding voor Palamedes; met de 'vermoorde onnozelheid' werd Oldenbarnevelt aangeduid, en in de figuur van koning Agamemnon kon prins Maurits worden herkend. Het stuk verscheen in oktober 1625, enkele maanden na het overlijden van Maurits.Palamedes is een scherpe kritiek op de stadhouder, en de auteur moest Amsterdam ontvluchten. Hij verbleef enige tijd in Beverwijk, maar moest toch voor het werk terechtstaan. De forse boete van 300 gulden is mogelijk door schepen Albert Coenraads Burgh betaald, die Van den Vondel het idee van zijn toneelstuk aan de hand had gedaan. Palamedes was echter een populair toneelstuk, waarvan tot 1800 minstens vijftien drukken zijn verschenen. In de uitgave van 1652 heeft Van den Vondel een aantal woorden (zoals zonde) vervangen, en sommige politieke toespelingen werden verscherpt. Het werd pas in 1663, in Rotterdam, voor het eerst opgevoerd. Twee jaar later, toen de Amsterdamse schouwburg gesloten was vanwege een verbouwing, werd het stuk daar buiten de verantwoordelijkheid van de regenten opgevoerd. In 1641 ging Van den Vondel over van de Remonstranten tot de Rooms-katholieke Kerk, wat hem niet in dank werd afgenomen in de hoofdstad van de Republiek, waar calvinistische predikanten veel invloed hadden. De schouwburg in Amsterdam was daarentegen een katholieke aangelegenheid: de schouwburgbestuurders Jan Vos (dichter) en Claes Cornelisz. Moeyaert (schilder) waren katholiek. In de jaren 1640 werden teksten van Vondel op muziek gezet door de vooraanstaande componisten Cornelis Padbrué en Cornelis de Leeuw. [1] Omdat zijn zoon Joost (1612-1660) door zorgeloosheid in moeilijkheden was gekomen, reisde Van den Vondel in 1657 naar Denemarken. Van den Vondel dichtte O, Goon! wilt mij verlossen van deze Deensche ossen. Na het faillissement van de kousenzaak in de Warmoesstraat werd hij in 1658 suppoost bij de Bank van Lening, een zogenaamde sinecure, waar hij in 1668 gepensioneerd werd. Van den Vondel woonde op het Singel, niet ver van de Torensluis. Zijn zoon overleed op de heenreis naar Indië, voor Kaap de Goede Hoop. Van den Vondel werd verzorgd door zijn dochter Anna (1613-1675) en zijn nicht Agnes Block. Hij overleed op 91-jarige leeftijd. Als zijn laatste werk dichtte hij spottend zijn grafschrift: Hier leit Vondel zonder rouw,Hy is gestorven van de kouw(bron : wikipedia)