Jean Delville

facebook twitter

Toegevoegd op 9 oktober 2011 door monlouis

Jean Delville

Afbeelding toegevoegd door monlouis

monlouis | Jean Delville | 0 monlouis | Jean Delville | 0 monlouis | Jean Delville | 0 monlouis | Jean Delville | 0 monlouis | Jean Delville | 0
Kunstenaar:
niet gekend
Plaatsbeschrijving:
Vorst - square Jean Delville
Informatie toegevoegd door monlouis :
9 oktober 2011
Jean Delville (Leuven, 19 januari 1867 - Vorst, 1953) was een Belgisch, aanvankelijk realistisch, doch later symbolistisch dichter en kunstschilder. Jean Delville begon zijn schildersopleiding toen hij twaalf jaar oud was. Hij was leerling aan de Koninklijke kunstacademie van Brussel onder Jean-François Portaels. Het grootste deel van zijn leven verbleef hij in Brussel. Toch verbleef hij ook enkele jaren in Parijs, Rome, Glasgow en Londen. Toen hij twintig was stelde hij zijn werken tentoon en won enkele belangrijke prijzen. Na een tijdlang te hebben gedoceerd aan de School of Arts in Glasgow, waar hij ook even directeur was, werd hij professor aan de kunstacademie van Brussel. Sommige van zijn leerlingen werden wereldberoemd, zoals Marcel Hastir. Delville werd benoemd tot lid van de Koninklijke Academie van België. Pas twintig jaar oud, kwam hij in contact met spiritualiteit en esoterisme. In 1887 verbleef hij een tijd in Parijs en ontmoette Joséphin Péladan, een mysticus en occultist. Delville kon zich vinden in een aantal ideeën van Péladan, waaronder het idee van de ideale kunstenaar als een spontaan geëvolueerde ingewijde wiens missie het was om licht, spiritualiteit en mysticisme in de wereld te zenden. Delville stelde schilderijen tentoon in Péladans Salon de la Rose-Croix tussen 1892 en 1895. Hij was met Emile Fabry en Albert Ciamberlani in 1892 stichtend lid van de groep Pour l’Art en in 1896 was hij ook stichtend lid van L’Art idéaliste. Delville uitte zijn ideeën niet enkel in zijn schilderijen. Hij schreef ook verscheidene teksten. In 1895 publiceerde Delville zijn Dialogue entre nous, een tekst waar hij bepaalde standpunten inneemt over esoterische filosofie en occultisme. In zijn bespreking D. Phil, vermeldde Brendan Cole dat de dialoog van Delville vooreerst een aantal ideeën weergeeft van occultisten maar ook de interesse in theosofie. Delville werd lid van de Theosofische Vereniging eind jaren 1890 en in 1910 werd hij secretaris van de Belgische Afdeling. Van 1911 tot 1913 was hij de eerste voorzitter van de Belgische Theosofische Vereniging. Delville was een persoonlijke vriend van Jiddu Krishnamurti. In 1910 bouwde hij een toren aan zijn huis in Vorst. De meditatiekamer bevond zich helemaal bovenaan en het embleem van de Theosofische Vereniging plaatste hij op de hoogste reling. Het huis is afgebroken, echter op foto’s en schilderijen is het huis met toren nog te bewonderen. Delville was ook Martinist. In deze orde had hij de graad van S.I.. In 1897 verbleef hij een tijd in Rome om aldaar met de Italiaanse Martinisten samen te werken.

 Delville was vastbesloten zijn ideeën aan de wereld door te geven. Hij schilderde en schreef constant. Om de kost te verdienen, onderwees hij kunst. Ondanks het feit dat hij het professioneel heel druk had, vond hij steeds tijd en ruimte voor zijn privéleven. Hij was een intelligente man, had moed en doorzettingsvermogen. Zijn harde werk en toewijding konden echter niet beletten dat hij niet de erkenning kreeg die hij verdiende. In 1951 waren zijn werken bijna volledig vergeten. Hij stierf in Vorst in 1953 en kreeg niet de kans om de herleving van zijn werk te beleven. (bron : wikipedia)