Graf Emile Verhaeren

facebook twitter

Toegevoegd op 15 april 2014 door givema

Graf Emile Verhaeren

Afbeelding toegevoegd door givema

givema | Graf Emile Verhaeren | 0
Kunstenaar:
niet gekend
Opschrift:
Emile Verhaeren
MDCCCLV - MCMXV
Marthe Verhaeren
MDCCLX - MCMXXX
Ceux qui vivent d'amour vivent d'éternité

Tu marchas libre et franche et claire sur ta route
Mêlant aux fleurs d'amour tes fleurs de volonté.
Les heures du soir.

Le jour que m'abattra le sort
c'est dans ton sol, c'est sur tes bords
qu'on cachera mon corps
pour te sentir même à travers la mort Encor
toute la Flandre l'Escaut
Plaatsbeschrijving:
Sint-Amands - Aan de Scheldeoever, nabij het centrum
Informatie toegevoegd door givema :
15 april 2014
Emile Verhaeren kwam op 27 november 1916 om het leven bij een treinongeval in het station van Rouen.  Omdat België door de Duitsers bezet was, wou Frankrijk de dichter een laatste rustplaats geven tussen de grote Franse literatoren in het Pantheon te Parijs.  De familie weigerde en na tussenkomst van koning Albert I werd Verhaeren op 2 december 1916 begraven op de militaire begraafplaats van Adinkerke. Uit vrees voor het naderende oorlogsgeweld werdenVerhaerens stoffelijke resten enige tijd later ontgraven en overgebracht naar het kerkhof van Wulveringem nabij Veurne. Elf jaar later, op 9 oktober 1927, werd Verhaerens lichaam overgebracht naar het praalgraf aan de Schelde-oever in zijn geboortedorp.  De plechtigheid werd bijgewoond door talrijke personaliteiten waaronder het vorstenpaar en toenmalig minister Camille Huysmans. De keuze van deze unieke plek wordt toegeschreven aan de architect en vriend van Verhaeren, Henry Van de Velde. Het ontwerp is van de hand van de modernistische architect Louis Van der Swaelmen. Het monument, ingeplant op de grenslijn van vegetatie en waterlijn, zag eruit als een aangemeerd schip. Een voetpad met twee betonnen zitbanken gaf via een monumentale trap toegang tot een verhoog, ruimtelijk afgesloten van het land door vier Italiaanse populieren. Een metalen buisreling zoals die van een oceaanstomer was tussen de bezoeker en het graf aangebracht. Op de betonnen onderbouw rustte een sobere, rechthoekige grafkelder met spits toelopende, afgeknotte punt, waarop zich een granieten plaat met de naam van dichter bevond. Op de arduinen plaat die de grafkelder afsloot waren naast de naam en data van de dichter ook de dichtregels uit ‘L’Escaut’ aangebracht. In 1955 - naar aanleiding van de honderdste verjaardag van de dichter - werd Marthe, die haar man tot 1931 overleefde, in het graf bijgezet. Het monument wordt gevoelig vergroot en aangepast door architect Jan Lauwers. Een nieuwe zwarte granieten sarcofaag, met afgeronde bovenzijde rust op een bredere zeszijdige grafkelder. De stijgende waterspiegel bedreigde het graf en de hele omliggende site, waardoor een ophoging noodzakelijk was;  Tegelijk werd het oorspronkelijk landschap er omheen hersteld, om zo de band tussen Schelde, dorp en grafsite opnieuw te versterken.  Zo werd het aantal treden van 6 naar 14 verhoogd.  Deze werken vonden plaats in de periode 2007-2009. Op 22 april 2009 keerde de dichter in alle stilte terug naar zijn grafmonument aan de oever van de Schelde. Emile Verhaeren kwam op 27 november 1916 om het leven bij een treinongeval in het station van Rouen.  Omdat België door de Duitsers bezet was, wou Frankrijk de dichter een laatste rustplaats geven tussen de grote Franse literatoren in het Pantheon te Parijs.  De familie weigerde en na tussenkomst van koning Albert I werd Verhaeren op 2 december 1916 begraven op de militaire begraafplaats van Adinkerke.

Uit vrees voor het naderende oorlogsgeweld werdenVerhaerens stoffelijke resten enige tijd later ontgraven en overgebracht naar het kerkhof van Wulveringem nabij Veurne.

Elf jaar later, op 9 oktober 1927, werd Verhaerens lichaam overgebracht naar het praalgraf aan de Schelde-oever in zijn geboortedorp.  De plechtigheid werd bijgewoond door talrijke personaliteiten waaronder het vorstenpaar en toenmalig minister Camille Huysmans.De keuze van deze unieke plek wordt toegeschreven aan de architect en vriend van Verhaeren, Henry Van de Velde. Het ontwerp is van de hand van de modernistische architect Louis Van der Swaelmen. Het monument, ingeplant op de grenslijn van vegetatie en waterlijn, zag eruit als een aangemeerd schip. Een voetpad met twee betonnen zitbanken gaf via een monumentale trap toegang tot een verhoog, ruimtelijk afgesloten van het land door vier Italiaanse populieren. Een metalen buisreling zoals die van een oceaanstomer was tussen de bezoeker en het graf aangebracht. Op de betonnen onderbouw rustte een sobere, rechthoekige grafkelder met spits toelopende, afgeknotte punt, waarop zich een granieten plaat met de naam van dichter bevond. Op de arduinen plaat die de grafkelder afsloot waren naast de naam en data van de dichter ook de dichtregels uit ‘L’Escaut’ aangebracht.

In 1955 - naar aanleiding van de honderdste verjaardag van de dichter - werd Marthe, die haar man tot 1931 overleefde, in het graf bijgezet. Het monument wordt gevoelig vergroot en aangepast door architect Jan Lauwers. Een nieuwe zwarte granieten sarcofaag, met afgeronde bovenzijde rust op een bredere zeszijdige grafkelder.

De stijgende waterspiegel bedreigde het graf en de hele omliggende site, waardoor een ophoging noodzakelijk was;  Tegelijk werd het oorspronkelijk landschap er omheen hersteld, om zo de band tussen Schelde, dorp en grafsite opnieuw te versterken.  Zo werd het aantal treden van 6 naar 14 verhoogd.  Deze werken vonden plaats in de periode 2007-2009.Op 22 april 2009 keerde de dichter in alle stilte terug naar zijn grafmonument aan de oever van de Schelde.