Koning Leopold I

facebook twitter

Toegevoegd op 31 maart 2010 door monlouis

Koning Leopold I

Afbeelding toegevoegd door monlouis

monlouis | Koning Leopold I | 0 monlouis | Koning Leopold I | 0 monlouis | Koning Leopold I | 0 monlouis | Koning Leopold I | 0 monlouis | Koning Leopold I | 0 monlouis | Koning Leopold I | 0 monlouis | Koning Leopold I | 0
Kunstenaar:
niet gekend
Plaatsbeschrijving:
Oostende - Leopold I-plein
Informatie toegevoegd door monlouis :
31 maart 2010
Leopold Joris Christiaan Frederik (Coburg, 16 december 1790 – Laken, 10 december 1865), prins van Saksen-Coburg-Saalfeld (later van Saksen-Coburg en Gotha), hertog van Saksen, was van 1831 tot 1865 de eerste Koning der Belgen. Leopold kreeg het aanbod om koning van Griekenland te worden, maar hij weigerde. Na de Belgische revolutie van 1830 legde het BelgischeNationaal Congres per decreet vast dat het Oranjehuis voor eeuwig uitgesloten was van de Belgische troon. Men wilde echter wel een monarchie, in constitutionele en representatieve vorm.
Nadat men eerst enkele andere kandidaten overwogen had, werd Leopold in 1831 gevraagd koning te worden van de nieuwe staat. Leopold had wat het congres dacht nodig te hebben, namelijk de steun van Engeland, dat het nog het best meende met de Belgische onafhankelijkheid, en internationale ervaring en prestige. Leopold sprak vloeiend Duits, Engels, Frans en een mondje Russisch en hij had goede relaties met de bankiersfamilie Rothschild. (bron : wikipedia)
Informatie toegevoegd door mive :
21 augustus 2010
Aanvankelijk werd het plein gedoopt met de naam “ Place de la Commune”, maar de Oostendenaren hielden het reeds vrij vlug op “ ‘t Peird”, naam waaronder het nog steeds het best bekend is.

Onmiddellijk na de dood van onze geliefde Vorst besloot het stadsbestuur een standbeeld op te richten voor deze Illustere weldoener, maar tegenkantingen en een niet meewerkende administratie waren oorzaak dat het nog vele jaren zou duren alvorens deze wens werkelijkheid werd.

Tijdens de gemeenteraadszitting van 11 december 1865 stelde gemeenteraadslid A. Termote voor een standbeeld op te richten voor de overleden vorst. Als standplaats verkoos hij het Wapenplein.  Schepen Van Cuyl liet opmerken dat deze motie niet op de dagorde voorkwam zodat het niet mocht behandeld worden. Bij de volgende zitting, op 14 december, verklaarde de burgemeester dat het momenteel niet gewenst was om een dergelijk standbeeld op te richten, gezien de stad nog in volle ontplooiïng was en dat er eerst moest gewacht worden op de ontmanteling van de vestingen.Hij was wel bereid in de stadsscholen een borstbeeld van de overleden Vorst te plaatsen en een portret te laten aanmaken voor de  gemeenteraadszaal. Op de zitting van 30 december kwam Termote opnieuw opdagen met zijn voorstel. Voorstel dat gesteund werd door kollega De Jume, die eraan herinnerde wat Leopold I voor onze stad had betekend en hoe dikwijls onze Vorst Oostende had bezocht. De Jume verklaarde verder dat Oostende zijn grootheid te danken had aan onze weldoener en dat reeds veel andere steden ons waren voorgegaan. Hij wou tevens dat het standbeeld op een of ander plein zou worden opgesteld.

Termote was spreker dan ook zeer dankbaar voor zijn tussenkomst, doch het mocht niet baten. Alles verdween in de doofpot.  Slechts dertig jaar later zou raadslid D. Fermon in de zitting van 17 september 1895 dit voorstel opnieuw op tafel werpen. Hij meende dat het eindelijk de tijd was om deze zaak tot een goed einde te brengen en een goede plaats aan te duiden waar het monument zou opgesteld worden. Het werd hoog tijd, vervolgde spreker, om de grote weldoener van de stad te eren en hij verzocht de burgemeester de technische diensten opdracht te geven waar en wat er zoals dient te worden gedaan. Burgemeester Alphonse Pieters verklaarde zich akkoord mits de gemeenteraad een definitieve beslissing zou nemen. Maar nog was de lijdensweg niet ten einde. Pas drie jaar later zou burgemeester Pieters een projekt voorleggen dat erin bestond een openbare wedstrijd uit te schrijven onder de Belgische kunstenaars   waarbij een model van ruiterstandbeeld met voetstuk diende ontworpen te worden. De plaats van inplanting werd voorzien op de Graaf de Smet de Naeyerlaan, terwijl de kostprijs de 135.000 frank niet mocht overschrijden. Een intekenlijst zou de Oostendenaren worden voorgelegd opdat deze aldus hun erkentelijkheid zouden kunnen tonen.

Meteen kwam een discussie op gang voornamelijk met betrekking tot de gekozen plaats, doch burgemeester Pieters verklaarde dat deze plaats niet definitief was. Een fel debat ontwikkelde zich waarbij schepen Van Imschoot zich niet akkoord verklaarde met het ruiterstandbeeld en evenmin met de plaats van inplanting.  Schepen Liebaert was niet te spreken over de inschrijvingslijst, terwijl schepen Fermon wel het nut van dergelijke lijst inzag om aldus de stadsuitgaven te verminderen. Uiteindelijk werd het voorstel van de burgemeester aangenomen. Tijdens de zitting van 11 april 1899 verzekerde schepen Fermon dat Koning Leopold II zich akkoord had verklaard met het oprichten van het voorziene standbeeld op de “ Place de la Commune” ( het huidige Leopold I plein).

Maar nog waren de problemen niet van de baan. De ontwerper van het standbeeld, Graaf Jacques de Lalaing, die ook het beeld gemaakt had voor het graf van onze overleden koningin Louise - Marie ( dat heden nog steeds te bezichtigen is in de Sint Petrus en Pauluskerk), verklaarde zich niet akkoord met de plaats van inplanting en stelde het Leopoldpark voor, tegenover het Kursaal. De Gemeenteraad bleef evenwel bij haar beslissing zodat de “ Place de la Commune” de uiteindelijke inplantingsplaats zou blijven. De kunstenaar had het werk af tegen eind juli 1901. De plechtige inhuldiging was voorzien op maandag 5 augustus 1901.

De kostprijs bedroeg 85.000 fr, waarvan 21.250 fr. voor rekening kwam van de Belgische Staat, 10.000 fr. betaald werd door de Provincie en 53.750 fr.uit de stadskas diende gehaald.

Op het ogenblik van de inhuldiging ware de beide zijpanelen nog niet aangebracht, die zouden slechts later hun eindbestemming bereiken. Het ene paneel stelt een vrouw voor, gezeten op een paard, terwijl twee kleine Engeltjes  haar beschermen en een derde het paard bij de toom houdt.In de rechterbovenhoek is het jaar 1830 te zien lichtjes bedekt door een lint. Aan de zeekant is een tweede paneel aangebracht waarin een jonge vrouw zich aan boord van een vissersvaartuig bevindt. Het standbeeld in zijn geheel is een der prachtigste en meest gelukte die in ons land werd gemaakt.

De inhuldiging greep plaats, zoals hoger gezegd op 5 augustus 1901 en begon om 08 uur met een beiaardconcert, terwijl de klokken van alle kerken hun klanken over de stad uitzonden. Om 11 uur stipt kwam Zijne Majesteit Leopold II,vergezeld van Prinses Clementine en Prins Albert, op het plein toe, alwaar Burgemeester Pieters hen verwelkomde. Deze laatste betoogde zijn dank ten overstaan van Leopold I aan wie de stad Oostende veel te danken had. Hij verklaarde tevens zeer verheugd te zijn de Koninklijke Familie regelmatig te Oostende te mogen begroeten en hoopte dat zulks aldus zou blijven in de toekomst. Hij besloot met te wijzen op de onthulling van het standbeeld dat ons de edele en fiere houding van een groot vorst zal aantonen.

Bron: http://www.oostendsenostalgie.be/