Monseigneur Broekx

facebook twitter

Toegevoegd op 11 april 2010 door monlouis

Monseigneur Broekx

Afbeelding toegevoegd door monlouis

monlouis | Monseigneur Broekx | 0 monlouis | Monseigneur Broekx | 0
Kunstenaar:
niet gekend
Opschrift:
Monseigneur P.J. Broekx
Priester - sociaal voorman
1881 - 1968
"Wanneer ik door een woud ga dat zich met herfstkleuren tooit
en ik zie de eerste bladeren vallen, dan vraag ik me af :
wat zal er met elk blad geschieden ?
En ik zeg bij me zelf : dat is niet belangrijk,
als het woud maar blijft en zich steeds vernieuwt"
(citaat Kard. Faulhaber)
Plaatsbeschrijving:
Grote-Brogel - Pastorijstraat
Informatie toegevoegd door monlouis :
11 april 2010
Pieter Jan Broekx was afkomstig uit een aloude boerenfamilie uit Erpekom, een kleine, gesloten landbouwgemeenschap bij Grote-Brogel. Hij werd er op 7 maart 1881 geboren als het eerste kind van Jan Hendrik Broekx (1855-1911) en Maria Elisabeth Paredis (1848-1910). Van jongs af aan kwam Broekx in contact met de sociale beweging voor de boeren. In Grote- Brogel, waar hij school liep, was de boerengilde, de vierde van het land, sterk uitgebouwd. In het Sint-Lambertuscollege van Peer, waar hij na Pasen 1893 de eerste vier jaar van de humaniora volgde, hadden enkele jaren voordien gesprekken plaatsgehad ter voorbereiding van de oprichting van de Belgische Boerenbond. Het college stond ook bekend als één van de meest vernederlandste scholen van Limburg. Sociale en Vlaamse problematiek waren er nauw verweven. Broekx lijkt zich op 18-jarige leeftijd nog niet te hebben geëngageerd in de Vlaamse studentenbeweging. Dat doet hij wel aan het klein seminarie van Sint-Truiden, waar hij in oktober 1900 zijn priester- studies begon, en aan het groot seminarie van Luik, waar hij zijn priesteropleiding voltooide. In Luik werd hij één van de leiders van de Vlaamse studenten en van de Limburgse studenten- beweging. Broekx vermeed wel elk radicalisme. Hij genoot dan ook het volste vertrouwen van bisschop Martinus H. Rutten, die hem op 16 april 1906 tot priester wijdde. Ondertussen, in oktober 1905, was Broekx benoemd tot leraar aan het Sint-Jozefscollege van Hasselt. Broekx bleef zich verder engageren in de studentenbeweging. Door zijn aanwezigheid in Hasselt werd Broekx trouwens betrokken in het Vlaamse en intellectuele leven van de stad. Al snel liet Broekx zich opmerken als een begenadigd spreker. In 1906 nam hij deel aan de vakantieleergangen van de Belgische Boerenbond. Van dan af gaf hij, samen met de Leuvense professor Vliebergh, juridisch adviseur van de Boerenbond, regelmatig uiteenzettingen over de boerenstand en het nut van samenwerking en verzekering. In 1911 richtte hij bovendien een sociale studiekring voor leerlingen en oud-leerlingen op, waar hij de maatschappelijke toestand en de theorieën van de Nederlandse priesters A. Ariëns en J.D.C. Aengenent bestudeerde. Ook had hij contact met het Secretariaat van Godsdienstige en Maatschappelijke Werken voor Limburg. Dit secretariaat was het centrum van de sociale beweging in Limburg.Door zijn positie als algemeen bestuurder van het Secretariaat en organisator van de arbeiders- beweging in Limburg en door zijn vlaamsgezindheid trad Broekx na de oorlog in de schijn- werpers van het politieke leven van de provincie. Hij speelde een belangrijke rol in de Katholieke Vlaamse Bond van Limburg, die een sterke impuls kreeg door de brief die bisschop Rutten op 11 maart 1919 aan Broekx schreef en waarin hij de Bond en haar programma zijn steun gaf. De sterkte van de Bond en de steun van de Kerk droegen ook bij tot de vervlaamsing en de democratisering van de politieke vertegenwoordiging. Bij de verkiezingen van november 1919 werden Jules Van Caenegem, de latere minister, en Frans Theelen verkozen. Twee jaar later werden ze als kandidaten van de christelijke arbeiders voorgedragen. In december 1921 kregen ze in het parlement het gezelschap van Broekx, die door de provincieraad van Limburg als provinciaal senator werd verkozen. Broekx, toen sinds enkele maanden erekanunnik, zetelde tot 1953 in de Senaat, eerst als provinciaal, vanaf 1929 als gecoöpteerd senator. Hij volgde er vooral de sociale problematiek, het mijnwezen en de Vlaamse kwestie. Hij werd alom gerespecteerd. Na de Tweede Wereldoorlog hielp Broekx, sinds 1938 monseigneur, mee aan de her opbouw en de reorganisatie van de christelijke arbeidersbeweging in Limburg.(bron : kadoc)