Gedenksteen hospitaal L'Océan en koningin Elisabeth

facebook twitter

Toegevoegd op 18 augustus 2010 door mive

Gedenksteen hospitaal L'Océan en koningin Elisabeth

Afbeelding toegevoegd door mive

mive | Gedenksteen hospitaal L'Océan en koningin Elisabeth  | 0 mive | Gedenksteen hospitaal L'Océan en koningin Elisabeth  | 0 mive | Gedenksteen hospitaal L'Océan en koningin Elisabeth  | 0 mive | Gedenksteen hospitaal L'Océan en koningin Elisabeth  | 0 mive | Gedenksteen hospitaal L'Océan en koningin Elisabeth  | 0
Kunstenaar:
Jean Canneel
Opschrift:
centraal
'Eertijds verrees hier het fronthospitaal L'OCEAN waarin Hare Majesteit Koningin ELISABETH tijdens de oorlog 1914-1918 als verpleegster aan de zijde van dokter Depage haar toegewijde zorgen besteedde aan onze gekwetsten'

links
'Ici s'élévait jadis l'hôpital de L'OCEAN où durant la guerre 1914-1918 Sa Majesté la Reine ELISABETH, ayant à ses côtés le docteur Depage se dévoua comme infirmière au chevet de nos blessés'.

Op de gedenkplaat:
'Hommage à notre Royale Infirmière Sa Majesté la Reine Elisabeth La Panne 1914-1918'
Plaatsbeschrijving:
De Panne - Zeedijk 70
Informatie toegevoegd door mive :
18 augustus 2010
Een lage geknikte muur uit donkergrijs kwarts, staat op een ongelijkzijdig podium, waarop een grote bloembak is gemetseld. Rechts op de muur hangt een bronzen reliëfplaat in vooruitspringende lijst, waarop koningin Elisabeth in profiel staat afgebeeld.

Op de gedenkplaat: links van het portret van koningin Elisabeth, de kroon en hieronder het embleem van het Rode Kruis. 

Uitvoering: Jean Canneel (gesigneerd op het brons)
H. 159,5 cm x Br. 435 cm x D. 225 cm (gedenkmuur) H. 76 cm x Br. 56 cm (gedenkplaat)

Historische Achtergrond
Dit gedenkteken herinnert aan hospitaal L'Océan en de rol die Koningin Elisabeth hierbij speelde. Vermoedelijk vervangt dit gedenkteken een voormalig gedenkteken dat op 31 augustus 1930 onthuld was.

Bij het uitbreken van de oorlog was het duidelijk dat er geen zorgstructuren waren die de grote toevloed van gewonden en zieken konden opvangen. Koningin Elisabeth, zelf de dochter van een hertog-dokter, nam contact op met Dr. Antoine Depage.

Depage (Boitsfort, 1862 - Den Haag, 1925) was een eigenzinnige student die aarzelend aan doktersstudies was begonnen. Hij vond er echter zijn roeping en studeerde in 1887 af met grote onderscheiding. In 1893 huwde hij met de verpleegster Marie Picard, die tot aan haar dood in 1915 sterk aan zijn zijde zou staan. Depage werd hoogleraar aan de Universiteit van Brussel en chef van de chirurgische dienst in het Hôpital Saint-Jean. Deze vooruitstrevende dokter verdiende verder zijn sporen o.m. met de oprichting van de 'Ecole Belge d'Infirmières Diplômées' (o.l.v. Edith Cavell) en met het zenden van een ambulance van het Rode Kruis naar Turkije tijdens de Balkanoorlog.

Het was vooral tijdens WOI dat zijn uitzonderlijke organisatietalent getest zou worden. In enkele weken tijd, in december 1914, turnde hij het hotel L'Océan in de Panne om tot een hospitaal van het Rode Kruis. Veel van het materiaal kocht hij in Londen. Hij werd natuurlijk ook gesteund door verschillende mensen met aanzien. Dit was een doorn in het oog van de 'Service de Santé' van het leger en van haar chef, generaal-dokter Melis. Het zou moeilijk blijven een 'modus vivendi' te vinden en meer dan eens moesten de koninklijke hoogheden bemiddelen. Depage, zelf gemilitariseerd met de graad van kolonel-dokter, omringde zich met een vaste ploeg. Zijn dokters koos hij op basis van capaciteiten uit de gemobiliseerde militairen. De verpleging gebeurde door vrouwen, gevormd in de verpleegsterscholen van Engeland, Canada, de Verenigde Staten en Denemarken.

De aanwezigheid van koningin Elisabeth in het hospitaal, die hier iedere dag enkele uren kwam helpen, betekende voor de lekenverpleegsters een grote morele steun. Ze werden verder nog bijgestaan door brancardiers. Het personeel vond een onderkomen in een 20-tal villa's uit de omtrek. Het hotel telde een 100-tal kamers, verspreid over in totaal 5 verdiepingen.

Het hospitaal had aanvankelijk een capaciteit van 200 bedden, maar dit zou opgetrokken kunnen worden tot 2000. Er waren 2 operatiezalen. Het doel was om de zwaar gekwetsten, aangebracht door het Rode Kruis, onmiddellijk de heelkundige zorgen te kunnen toedienen waardoor veel sterfgevallen vermeden zouden worden. Het hospitaal stond dan ook model omwille van zijn efficiënte behandeling van zwaargewonden. Dit werd bereikt door strikte specialisatie van de diensten: schedel, borst, onderlijf, breuken enz.

De 4 hoogste verdiepingen werden gebruikt voor de gekwetsten. Het gelijkvloers diende voor kantoren en operatiezaal. Op de eerste verdieping werden de officieren verzorgd; op de tweede verdieping trof men de hoofd- en ruggevallen aan; op de derde en vierde verdieping de borst- en buikgevallen. Daarnaast paste men een goede manier toe om een wonde steriel te maken. Verder werd er een tandheelkundige dienst geïnstalleerd, een dienst voor het ontwerpen en onderhouden van protheses en een biomedisch laboratorium.

Depage pleitte voor het uitwisselen van ervaringen met andere dokters. Vaak kwamen er dan ook artsen van bevriende naties op bezoek of liepen ze er stage. Hoewel Depage zelf minder opereerde, groeide zijn reputatie. Ook Marie Curie, toen reeds dubbele Nobelprijswinnares, was onder de aanwezige experten en dat voor wat betreft de radiologie.

Begin 1915 breidde L'Océan uit, met houten barakken en paviljoenen rondom het hotel zelf dat in de duinen stond. Het eerste paviljoen had 100 bedden ('British Pavillon'), een tweede 240 bedden ('Pavillon Everyman', aan de dijk, o.l.v. Miss Dale), een derde 300 bedden ('Albert-Elisabeth', raakte vernield tijdens een brand) en een vierde 40 bedden, waar men de gekwetsten ontving.

De hoofdverpleegster in 'de ambulance' was mevr. de Brockdorff, echtgenote van een officier ('Mary Good'). De wasserij en de afdeling linnen en ondergoed stonden onder het toezicht van mevr. Janssen, echtgenote van een dokter.

Het geheel omvatte nu 6 operatiezalen met aangepaste diensten en een standaard capaciteit van zowat 1000 ligplaatsen. Eind 1915 ontvingen er naar verluidt reeds meer dan 3.500 gekwetsten de nodige zorgen. De infrastructuur werd ook nog voor andere dan medische doeleinden gebruikt.

Er was een kapel, in de Marie-Josézaal werden tentoonstellingen van 'Kunst aan de IJzer' ingericht en in de Verhaerenzaal werden toneelvoorstellingen opgevoerd. In de tweede helft van 1917 kwamen Britten de Belgen aflossen in de sector Nieuwpoort. Het werd ook steeds gevaarlijker; verschillende bommen vielen op L'Océan, met dodelijke gevolgen.

Van juni 1917 tot september 1918 werd de medische post uit veiligheidsoverwegingen overgebracht naar Vinkem. Tegen het eindoffensief was men terug in De Panne paraat. In de namiddag van 28 september 1918 kwamen de eerste gekwetsten in L'Océan aan met Rode Kruiswagens. Op 30 september werd de 1000 overschreden.

De klassieke cijfers zijn dat hier zo'n 20.000 geallieerde militairen verpleegd werden en zo'n 1200 mensen aan hun verwondingen bezweken (= sterftepercentage van 6%). Er wordt ook gezegd dat Depage zo'n 7000 burgers verzorgde.

Van de grote hospitalen opgericht in de Westhoek verwierf vooral dat van De Panne grote bekendheid. Het zou hier blijven tot 15 oktober 1919, vooral vanwege de Spaanse griep. Depage ging na de oorlog verder door op zijn elan. Hij kreeg verschillende eretekens.

Bron VIOE - http://inventaris.vioe.be/woi/relict/1094

------

Nu appartementsgebouw Reine Elisabeth

-----

"Koningin Elisabeth was de eerste Belgische koningin die niet in de schaduw van haar vorstelijke echtgenoot leefde, maar contact zocht met de bevolking. Door haar optreden in het hospitaal gaat ze de geschiedenis is als 'een verpleegster-engel die talrijke mensenlevens heeft gered.'" (De Panne, beeld voor beeld, Dienst Cultuur, de Panne, 2005)