de kasseistamper (stadspomp)

facebook twitter

Toegevoegd op 11 september 2010 door monlouis

de kasseistamper (stadspomp)

Afbeelding toegevoegd door monlouis

monlouis | de kasseistamper (stadspomp) | 0 monlouis | de kasseistamper (stadspomp) | 0 monlouis | de kasseistamper (stadspomp) | 0 monlouis | de kasseistamper (stadspomp) | 0
Kunstenaar:
niet gekend
Opschrift:
Kasseistamper
spotnaam Aarschottenaars
armpomp
1776
Plaatsbeschrijving:
Aarschot - Hoek Martelarenstraat en J. Tielemansstraat
Informatie toegevoegd door monlouis :
11 september 2010
  De inwoners van Aarschot gaan niet alleen door het leven als Osschotteneirs, ze torsen van oudsher ook de spotnaam Kasseistampers. Een erfenis uit de Oostenrijkse tijd, zo blijkt.   Free Coekaerts (91), voormalig Aarschots burgemeester en Kasseistamper in hart en nieren, duikt op ons verzoek de geschiedenis in.   ,,Toen keizerin Maria-Theresia halfweg de achttiende eeuw in onze contreien aan de macht was, werd in Aarschot een burgerwacht in het leven geroepen'', vertelt Coeckaerts.   ,,Groepjes inwoners patrouilleerden overdag door de Aarschotse straten en hielden ook bij nacht een oogje in het zeil.''   De bevolking was niet bepaald tevreden over de werking van de burgerwacht.   ,,Vooral 's nachts lieten de voetpatrouilles het afweten. De wachters verkozen de warmte van de kachel en zaten vaak op café, zodat dieven en schurken ongestoord hun slag konden slaan. Er werd volop gestolen en geplunderd.''   Het toenmalige stadsbestuur kwam met een goedkope en praktische oplossing voor de dag. De wachters werden verplicht om tijdens nachtelijke patrouilles met hun klompen en hellebaarden op de kasseien te stampen. Dat lawaai zou de bevolking geruststellen en ongure types angst inboezemen. Het stadsbestuur had meteen het hoorbare bewijs dat de Aarschotse burgerwacht ook na valavond zijn werk deed.   ,,Het schijnt dat de nachtwakers na die berisping nog vaker op café gingen'', zegt Coekaerts. ,,Liepen de wachters na zo'n drinkgelag weer de straat op, dan bonkten ze met hun houten klompen op de straatstenen dat de vonken er van af sprongen. Zelfs op plaatsen waar geen mens woonde, werd er kabaal gemaakt. Het duurde niet lang of de reputatie van de Aarschotse Kasseistampers raakte ook buiten de stadspoorten bekend.''   De Osschotteneirs zouden hun bijnaam nooit meer kwijtraken. Omstreeks 1800 circuleerden er heuse spotliedjes over de Aarschotse Dolle Wacht. Ook later, bij vechtpartijen tussen inwoners van het stadje en boeren uit naburige dorpen, werd nog vaak aan de beschamende historie van de Aarschotse burgerwacht herinnerd.   Uiteindelijk heeft Aarschot zich met zijn bijnaam verzoend. ,,Kasseistamper werd een geuzennaam'', zegt Free Coekaerts. ,,Eigenlijk ben ik best trots op die naam. Een echte Mechelaar vindt Maneblusser toch ook een eretitel, net zoals de Antwerpenaren graag Sinjoren worden genoemd.''(bron : onze-internetkrant)