Louis Paul Boon

facebook twitter

Toegevoegd op 24 oktober 2010 door monlouis

Louis Paul Boon

Afbeelding toegevoegd door monlouis

monlouis | Louis Paul Boon | 0 monlouis | Louis Paul Boon | 0 monlouis | Louis Paul Boon | 0
Kunstenaar:
Marc De Bruyn
Plaatsbeschrijving:
Aalst - in de tuin van het stedelijk museum
Informatie toegevoegd door monlouis :
24 oktober 2010
beeldhouwer : Marc De Bruyn (1924 - 2009) Louis Paul Boon (Aalst, 15 maart 1912 – Erembodegem, 10 mei 1979) was een Vlaams schrijver, kunstschilder en dichter. Kenmerkend voor Boon was zijn volkse aard, hij liep tot zijn 16de school en moest vader helpen als gevel- en pistoolschilder. Hij kon in zijn vrije tijd nog wat lessen aan de Aalsterse Academie voor Schone Kunsten volgen, maar door geldgebrek was ook dit van korte duur. In 1939 schreef Boon een tekst bij door hem gemaakte linosneden, in facsimile uitgegeven in 1969, onder de titel '3 mensen tussen muren'. Het verhaal vormde tevens de basis voor zijn eerste roman De voorstad groeit, die in 1942 met de Leo J. Krynprijs werd bekroond. Boons dubbeltalent zou in zijn gehele carrière als schrijver (vooral) en schilder tot een geweldige productie leiden, met name in de jaren vijftig en zeventig (qua schrijfwerk), en de jaren zestig en zeventig (qua schilder- en beeldhouwwerk). Aangezien zijn boeken in Vlaanderen slecht werden ontvangen en slecht verkochten, werd zijn meesterwerk De Kapellekensbaan door uitgeverij Manteau geweigerd.Mijn kleine oorlog (1946) was het laatste boek dat Boon bij Manteau publiceerde. In dit boek verwerkte hij zijn oorlogservaringen van de meidagen van 1940. Hij was toen gelegerd bij het Tweede Regiment Carabiniers in Veldwezelt aan het Albertkanaal tijdens de Duitse aanval van de kanaalbruggen en het Fort Eben-Emael. Demobilisatie en de daarop volgende maanden, bleken later vormend voor Boons schrijverschap.
In 1952 verscheen zijn eerste uitgave in Nederland, Twee spoken bij de Arbeiderspers; nieuwe uitgaven volgden elkaar in razend tempo op. De Kapellekensbaan(1953), Reservaat (vijf delen, 1953-1957), Menuet (1955), Zomer te Ter-Muren (het tweede deel van het boek over de Kapellekensbaan, 1956), De bende van Jan de Lichte (1953/1957) en De Paradijsvogel (1958). 'De Kapellekensbaan' en 'Menuet' zijn Boons meest vertaalde romans. De eerstgenoemde verscheen onder andere in het Duits (in drie vertalingen), het Engels, het Noors, het Zweeds, het Pools, het Frans en het Spaans. De laatstgenoemde in onder andere het Zweeds, Hongaars, Portugees, Duits, Deens en Italiaans. In de jaren zestig werden door Boon nauwelijks nieuwe boeken gepubliceerd. Wel verschenen er meerdere bundels met cursiefjes die hij voor het Gentse dagbladVooruit schreef, waaronder Dorp in Vlaanderen (1966) en Wat een leven! (1967). Ook heeft hij toen in het panel van een tv-quiz gezeten. In de jaren zeventig publiceerde Boon enkele historisch georiënteerde romans. In 1971 verscheen Pieter Daens, over het socialisme aan het einde van de 19de eeuw in de stad Aalst. De Zwarte Hand (1976) gaat over de 'anarchisten' die Aalst aan het begin van de twintigste eeuw onveilig maakten en schetst het 'dubbelleven' van een erotisch ontspoorde politieman. Postuum verschenen onder andere Het Geuzenboek (1979) en Eros en de eenzame man (1980) dat Boon op zijn 67ste verjaardag voltooide, iets minder dan twee maanden voor zijn dood. (bron : wikipedia)